Gerard van den Berg

Foto Databank Bloembollen soorten I

Incarvillea
Tuingloxinia
Tuingloxinia heeft een bijzonder eigenschap. Het houdt mollen op afstand. Het is ook een beetje een buitenbeentje in de tuin.
Zijn vrij grote bladeren zijn geveerd, waardoor het wel op een varen lijkt. Uit deze bladeren ontwikkelen zich in de zomer mooie
trompetachtige bloempjes. De wortels zijn knolvormig en bevatten zoveel reservevoedsel dat ze gedurende een lange periode droog kunnen worden bewaard.

Incarvillea Delavayi
Snoptop 1

Incarvillea Delavayi
Snoptop 2

Ipheion
Oude wijfjes of Voorjaarsster . Het blad, fris en groen, wat op bieslook lijkend, verschijnt eind Augustus en dan beginnen de planten te bloeien tot de 1e vorst.
In Maart begint de bloei opnieuw tot in mei en dan sterft het blad af om in Augustus weer uit te lopen.

Ipheion Uniflorum
Albert Castillo 1

Ipheion Uniflorum
Albert Castillo 2

Ipheion Uniflorum
Charlotte Bisshop 1

Ipheion Uniflorum
Charlotte Bisshop 2

Ipheion Uniflorum
Jessie 1

Ipheion Uniflorum
Jessie 2

Ipheion Uniflorum
Rolf Fiedler 1

Ipheion Uniflorum
Rolf Fiedler 2

Ipheion Uniflorum
Tessa 1

Ipheion Uniflorum
Tessa 2

Ipheion Uniflorum
Whisley Blue 1

Ipheion Uniflorum
Whisley Blue 2

Ipheion Uniflorum
White Star 1

Ipheion Uniflorum
White Star 2

Ixia
Afrikaanse Iris
De stervormige bloemen met zes kroonblaadjes staan op lange, stevige stengels. De soorten zijn niet winterhard. Ze zijn geschikt als snijbloem of als kamerplant.
De bladeren van de soorten en hybriden zijn smal zwaardvormig. De bloemen gaan 's avonds en bij bewolkt weer dicht.
Oorspronkelijk komt ze uit Zuid-Afrika en er zijn ongeveer 50 soorten bekend, die veelal zijn ontstaan uit kruisingen tussen de inheemse wilde Zuid Afrikaanse soorten.
Ixia stamt van het Griekse ixiós/ixós = maretak of vogellijm en is waarschijnlijk zo genoemd naar het kleverig sap dat de bollen bevatten.
De vorm van de bloemen herinnert aan het rad waaraan Ixion, die zich aan Juno had vergrepen, was vastgehecht en dat door de wind in snelle ronddraaiende bewegingen werd gehouden.
Ixia is ook een vakantieplaats op het Griekse eiland Rhodos. Linnaeus heeft de Ixia is al in 1737 beschreven toen hij bij Clifford in de Hartenkamp, Heemstede,
werkte om zijn plantenverzameling te bestuderen. De door hem beschreven soorten behoren nu tot Aristea en Belamcanda. De Ixia zoals wij die kennen werd pas in 1780 bij ons ingevoerd.
Rond 1835 bood Krelage 50 verschillende Ixia’s aan. Naar huidige inzichten behoren daarvan nog een 16-tal tot het geslacht Ixia. De overige behoren tot Babiana, Sparaxis,
Tritonia en andere verwante geslachten